vrijdag 24 oktober 2008

All said and done...

Veel is al gezegd en geschreven over Truus.

Deze website linkt dan ook door naar die teksten, voor zover ze me bekend zijn. Ze gaan grotendeels - hoewel niet uitsluitend - over Truus' leven als vertaalster, over Traductruus.

Maar ze was natuurlijk zoveel meer. Daarom hier toch nog een paar persoonlijke woorden. Ik heb er wat tijd voor nodig gehad - onder andere om het beeld van een doodzieke en stervende Truus, weg te duwen en te vervangen door dat van een zeer levende Truus. En ook om te beseffen dat het gemis niet met een paar weken ophoudt. Ik nam haar misschien teveel for granted omdat ze er altijd was, omdat je altijd op haar kon rekenen. Tot die ene dag, toen opeens alleen haar lichaam er nog was en we niet meer tot 'de echte Truus' konden doordringen.

Eerst nog, tegen beter weten in, het gevoel: "Het komt weer goed. Ze wordt beter." Het kwam niet goed. Ze werd niet beter.

En nu missen we haar. Ik mis haar. Bij Magna Voce, het koor waarin ze al jaren trouw haar altpartij zong en waar ze me - ook alweer ruim zeven jaar geleden - mee naar toe sleepte. Ik mis haar op de stoel tegenover me, bij het zingen, haar goede-verstaander-blikken; en bij het naar huis gaan - telkens is er even een 'pang' op de plek waar we meestal nog wat napraatten. Ik mis haar wanneer ik dingen van haar tegenkom. Laatst nog fietste haar rugzakje voorbij... Zoals ik mijn andere vriendin Marianne - die nota bene stierf toen ik met Truus in Rome was - mis op specifieke plekken en momenten, zo komt ook Truus op de meest onverwachte ogenblikken tevoorschijn.

Ze kon van die binnenpretjes hebben, waarvan ze je met glimogen deelgenoot maakte. Ze bedacht gekke dingen, zoals de 'cactus' (komkommer+cocktailprikkers in een potje)waarmee 'onze' Wybe (in 'Mein kleiner grüner Kaktus') zijn bas-solo zong - tot groot vermaak van het publiek, dat om herhaling vroeg.

Geregeld zei ze: "Ik heb geen mooi karakter", en dan kwam er een vanne waar je "U" tegen zei. En waar ik doorgaans vreselijk om moest lachen. Vaak zei ze hardop wat anderen slechts durfden te mompelen. Dat werd haar niet altijd in dank afgenomen (en soms juist wel), maar het zorgde voor de vaak noodzakelijke duidelijkheid. Nee, op haar mondje gevallen was ze niet - al benoemde ze soms de dingen omdat ze het nodig vond, en niet omdat ze het zo graag wilde. En ze was een stuk kwetsbaarder dan ze wilde laten zien.

Ach. helemaal weg is ze niet en zal ze nooit zijn. Soms hebben we nog wel eens een goed gesprek.

Jacqueline Wesselius